Kasteel Slangenburg (ideale plek voor retraites) |
‘Ik lig nu in bed in kasteel Slangenburg. En
wanneer voel ik nu zelf de neiging om op te staan? Niet omdat het moet, niet
omdat het ontbijt is, niet omdat het buiten mooi weer is, maar gewoon wanneer
ik klaar ben om op te staan. m mijn eigen energie te volgen. In ieder geval
gedurende deze paar dagen retraite. Ik heb al helemaal geen zin om in dit
kasteel de regels mij te laten opdringen. Ik heb zin in mijn eigen ritme. En
dat is best moeilijk om die te vinden, na zo lang andere ritmes te hebben
gevolgd.’ (eind 2011)
Tja, dat was best even
slikken. Om te merken dat ik al zo lang bezig was ritmes van anderen of andere
systemen, zoals mijn werk of mijn gezin te volgen. En dat het best moeilijk was
mijn eigen ritme op dat moment te vinden. En ik was op retraite, oftewel een
paar dagen alleen maar ‘ik-tijd’. En dan nog was de vraag ‘Wat wil ik nu zelf?’
niet eenvoudig te beantwoorden. Wat een gedoe.
De automatische antwoorden op die vraag hadden allen
hun wortels in de buitenwereld (meedoen met het gezamenlijke thee moment op
Slangenburg?) of anderzijds prestige-gericht. Zo had ik bijvoorbeeld 20 (!)
boeken bij me omdat ik eindelijk tijd zou hebben om te gaan
schrijven. Nota bene over dit onderwerp, over stilte, rust, nietsdoen…wat er
dan gebeurt. Soms is het gewoon te geestig voor woorden.
En goed…toen ik dus echt niets aan het doen was,
zeilde het binnen. Hoe interessant ‘ritmes’ zijn. Alles heeft haar eigen ritme,
van nature en niet voor niets. Kijk maar naar de jaargetijden. Alles op zijn
tijd. Alles in de natuur groeit in zijn eigen tempo. Tijdens die retraite werd
op mijn laatste wandeling mijn inzicht nog eens leuk bestempeld door een
vogeltje. Dat meevloog en telkens meevliegen afwisselde met uitrusten op een
weilandpaaltje. Voila…hoe duidelijk wilde ik het hebben? Toen voelde ik me
trouwens echt connected, in de diepere zin van het woord.
En in welke tijd leven we? We helpen de natuur een
handje door gewassen sneller te laten groeien. Wij zelf racen ook van hot naar
her om sneller resultaten te bereiken, meer in minder tijd te kunnen doen.
Efficientie is key, en dat klopt in veel gevallen ook. Maar niet altijd voor
ons zelf. Ik betrapte me er laatst op dat ik mijn ongeduld uitte richting mijn
zoon, terwijl dat ongeduld helemaal niet bij zijn ‘ritme’ past. Dat was
mis’plaats’t. Dat tempo hoorde bij mijn werk en snelheid om emails te
beantwoorden, niet bij leren hoe je je veters strikt.
Ik nodig jou als lezer graag uit tot het
volgende experiment.
- Je bent nu in een ruimte (bijvoorbeeld op je werk).
Alles heeft daar een bepaald tempo.
Goed kijken, luisteren. Wat is het
‘ritme’/tempo? Bezie het tempo eens.
- Als je dan naar een andere ruimte gaat (bijvoorbeeld
thuis). Welk tempo speelt daar de
boventoon? Waarschijnlijk is dat een ander tempo. In
hoeverre neem jij het tempo van de
ene naar de andere ruimte mee?
Ik vind het interessant om zelf een veroorzaker te
zijn van het ritme om mij heen. Dat ik het
tempo bepaal wat bij die activiteit, die tijd van de
dag, tijd van het jaar past. Me af en toe
aanpas aan het tempo van de ander, omdat ik dat wil,
niet omdat het automatisch, onbewust
gaat. Ik als oorzaak, niet als gevolg.
De energie die anders opgaat aan het onbewuste verzet
tegen een ander/sneller ritme, gebruik ik liever voor de activiteit van dat
moment. Over efficiëntie gesproken.
Je eigen energie volgen. Zeker nu we weer aan het
werk gaan na de vakantie. Je eigen ritme als maatstaf klinkt als een utopie,
maar volgens mij is het een nieuwe benodigde ‘skill’ in deze almaar
versnellende maatschappij.
Zo belangrijk ook gezien ‘het nieuwe werken’ / thuis
werken, waar verschillende ‘ruimtes’ en dus ‘ritmes’ niet gescheiden zijn door
een autorit.